Ben je van plan gebruik te maken van zonne-energie? Dan is het belangrijk dat de zonnepanelen zo worden aangelegd dat ze zorgen voor zo veel mogelijk stroom. Hieronder gaan we in op een aantal belangrijke stappen tijdens het plaatsen van zonnepanelen op zowel platte als schuine daken.
Wanneer je zonnepanelen plaatst moet je met een aantal factoren rekening houden, namelijk:
Over het algemeen geven zonnepanelen richting het zuiden het beste resultaat: dit levert je de meeste energie op. Maar soms is dat helemaal niet mogelijk, bijvoorbeeld wanneer jouw huis anders staat. In dat geval zorgt de installateur voor een richting naar het zuidwesten of zuidoosten, omdat daarbij slechts 5% minder energie wordt opgewekt. Het installeren van zonnepanelen naar het westen of het oosten resulteert in maar liefst 20% minder rendement. In deze situaties kunnen optimizers het rendement verhogen waardoor het alsnog het overwegen waard kan zijn om zonnepanelen te plaatsen.
Naast de richting is ook de plaatsing van de panelen zelf (liggend of staand) van invloed op het resultaat. Heb je geen last van schaduw? Dan maakt het in principe weinig uit of de panelen liggend of staand op het dak belanden. Wanneer je wel hinder van schaduw hebt, bedenkt de installateur een opstelling waarbij de panelen de meeste zon vangen. Een horizontale plaatsing is in veel gevallen de beste optie.
De hellingshoek (op hoeveel graden het zonnepaneel staat) heeft ook veel te maken met de hoeveelheid schaduwen. Een verkeerde hoek zorgt namelijk weer voor schaduw. Heb je een schuin dak? Dan is de hellingshoek niet aan te passen. Bij zonnepanelen op een plat dak heb je meer invloed op de hellingshoek. Daarbij wordt meestal 12 graden gebruikt. Hierdoor kunnen de panelen dichter op elkaar gezet worden waardoor er dus meer panelen op een dak passen.
Is de hellingshoek bepaald? Dan wordt de afstand tussen de panelen berekend. Dit hangt af van de volgende 3 factoren:
Ook belangrijk is de afstand tussen de dakrand en de panelen. De dakrand is het deel van het dak dat de meeste wind opvangt. Sterke wind zorgt voor schade aan de zonnepanelen. Daarom is het – in het geval van een plat dak – belangrijk om altijd ruimte over te houden tussen de panelen en de rand. De richtlijn is: hou dezelfde afstand tussen het paneel en de dakrand als de hoogte van het paneel zelf. Heb je een schuin dak? Dan is een afstand van 30 tot 40 cm altijd genoeg.
Zodra de ideale opstelling er is, kan het afronden beginnen. Met het bevestigingsmateriaal worden de panelen vastgemaakt. Daarbij controleert de installateur of er geen scheuren en andere beschadigingen zijn: eenmaal geïnstalleerd is het lastig deze alsnog te repareren. Dakhaken hebben bij de bevestiging altijd de voorkeur, maar er moeten natuurlijk wel genoeg haken worden gebruikt. Een veelgebruikte vuistregel: plaats om de 85 centimeter een haak voor een optimale bevestiging.
Zodra de ideale opstelling er is, kan het afronden beginnen. Met het bevestigingsmateriaal worden de panelen vastgemaakt. Daarbij controleert de installateur of er geen scheuren en andere beschadigingen zijn: eenmaal geïnstalleerd is het lastig deze alsnog te repareren. Dakhaken hebben bij de bevestiging altijd de voorkeur, maar er moeten natuurlijk wel genoeg haken worden gebruikt. Een veelgebruikte vuistregel: plaats om de 85 centimeter een haak voor een optimale bevestiging.