Het jaar begon extreem met de coldspell om de rest van het jaar uitzonderlijk zacht te zijn. Dat had een lage gasvraag tot gevolg.
De laatste dagen van februari en de eerste dagen van maart werden gekenmerkt door de meest extreme situatie in jaren. Richting het einde van de winter, toen de opslagen al bijna leeg waren, werd het uitzonderlijk koud weer in West-Europa. Leveranciers in Duitsland, België, Nederland en Groot-Brittannië vochten om voldoende gas te krijgen. Dat leidde tot extreme prijzen: van een normale prijs van iets boven de 22 euro per MWh tot bijna 100 euro per MWh intradag.
Dit werkte door in de prijzen voor de zomer. Er moest veel gas geïnjecteerd worden vanwege de lege opslagen. Dit hield de spotprijzen hoog. Injecteren met hoge prijzen betekende ook dat de winter 2018-2019 omhoog ging om voldoende spread te creëren om opslag rendabel te houden. Dit ziet u terug in onderstaande grafiek. De prijs voor Cal19 werd omhoog gedrukt door de Q1-prijs.
Ook de ontwikkelingen op de LNG-markt blijven interessant om te volgen. Zo komt de Jamal terminal in Rusland online en is LNG veel sneller in Europa dan vanaf Qatar. Ook de Verenigde Staten zijn druk bezig met het exporteren van LNG, een ontwikkeling die effect kan hebben op de Europese prijzen.
Voorlopig is Azië nog de belangrijkste afzetmarkt van LNG. Alleen bij een overschot komt het richting Europa. Dit kan veranderen als de productie van bijvoorbeeld Groningen verder omlaag gaat. Zoals het er nu naar uit ziet zal de overheid vasthouden aan het huidige reductieplan, ruim 19 BCM in 2019, om in 2022 maximaal 12 BCM te produceren.